Financieringen (Treasuryparagraaf)

Financieringsbehoefte

Voor het bepalen van het financieringstekort c.q. –overschot, worden de in de tabel opgenomen onderdelen tegen elkaar afgezet:
  

Bepalen financieringstekort/-overschotbedragen

bedragen x € 1.000

Financieringstekort/-overschot per 1 januari

2020

2021

2022

2023

Te financieren (rest)boekwaarden investeringen

381.183

405.010

381.297

411.696

Te financieren vlottende activa

163.676

160.594

148.642

128.141

Totaal te financieren

544.859

565.603

529.939

539.837

-/- Reserves en voorzieningen

195.654

190.679

176.449

147.314

-/- Aangetrokken geldleningen

182.258

173.691

105.998

98.034

-/- Door derden belegde gelden + waarborgsommen

975
6

975

975

975

-/- Voorfinanciering Veluwse Poort

42.063

37.143

16.332

6.166

-/- Overige vlottende passiva

47.811

47.811

47.811

47.811

Financieringstekort

76.099

115.305

182.373

239.537

Als gevolg van latere bestedingen ten aanzien van grote projecten zoals Spoorzone en Parklaan zien we een toename in het financieringstekort. Zo wordt er tot en met 2021 tientallen miljoenen geïnvesteerd in deze projecten en zien we 2021 een afname in de bijbehorende reserves. Na 2021 zal tevens een vermindering plaats hebben in investeringen in de grondexploitaties. Dit zal tevens gepaard gaan met een vrijval van een deel van de voorziening negatieve plannen.

Het grootste effect zien we in het aflossen van ontvangen leningen. Als gevolg van het aflossen krimpt onze leningenportefeuille terwijl het totaal te financieren activa nagenoeg gelijk blijft. Dit betekent dat we in 2021 moeten gaan herfinancieren.

In 2020 zijn meer middelen benodigd om onze bezittingen te betalen. Het financieringstekort van € 76,1 miljoen aan het begin van 2020 loopt op naar een financieringstekort van € 115,3 miljoen aan het einde van 2020. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door toenemende werkzaamheden met betrekking tot de bovengenoemde projecten.

Voor korte financiering (tot één jaar) geldt als norm de kasgeldlimiet. Maximaal mag voor 8,5% van de jaarbegroting (lasten exclusief reserves € 371,4 miljoen) kort geleend worden in 2020, namelijk voor een bedrag van € 31,6 miljoen. In bovenstaande tabel is deze financiering nog niet in mindering gebracht op het financieringstekort.

Het financieringstekort van € 76,1 miljoen in 2020 is exclusief een eventueel bedrag van € 40 miljoen voor de woningcorporaties Woonstede en Plicht Getrouw. Deze corporaties hebben op basis van een lopende overeenkomst de mogelijkheid om maximaal een bedrag van € 40 miljoen te lenen bij de gemeente Ede.
De verwachting is dat de corporaties geen gebruik maken van de hierboven genoemde financiering, omdat zij elders nog steeds financiering kunnen aantrekken tegen gunstiger voorwaarden.