In deze paragraaf gaan we in op de impact van de we de decentralisatie van taken op gebied van jeugd, participatie en zorg per 1 januari 2015 en de daaruit voortkomende transformatieopgave.
De opgave en ontwikkelingen
Na een transitieperiode waarin de nieuwe taken zijn geïmplementeerd, zagen we de kosten stijgen en vraagt de transformatie nog veel inspanning. In het Bestuursakkoord 2018-2022 is een duurzaam financieel perspectief als kader mee gegeven. In de Programmabegroting 2019-2022 is besloten om in 2019 € 2,3 miljoen minder uit te geven aan het sociaal domein oplopend tot € 6,5 miljoen in 2021 (ombuigingen 1.0).
Met de Perspectiefnota 2020-2023 zijn aanvullende ombuigingen besloten van € 0,56 miljoen in 2020 oplopend tot € 4,5 miljoen in 2023. Deze ombuiging van € 4,5 miljoen is het netto bedrag waarin de kosten voor het versterken van de sociale basis en het versterken van regie (€ 2 miljoen) reeds zijn verwerkt.
In dit maatregelen pakket zitten 4 maatregelen ( 6 terugbrengen thuisondersteuning; 12 hervormen regelingen inkomensondersteunende maatregelen; 14 hervorming waardering en ondersteuning mantelzorger; 17 leerlingenvervoer herzien) die nadere besluitvorming van de gemeenteraad vragen. Deze maatregelen worden de komende periode verder uitgewerkt en zullen waar nodig ter besluitvorming aan uw gemeenteraad worden voorgelegd. Met de besluitvorming in de Perspectiefnota 2020-2023 stijgt de totale ombuiging (ten opzichte van begroting 2019) van € 2,8 miljoen in 2020 naar € 8,8 miljoen in 2022. Over de voortgang wordt u geïnformeerd via de reguliere planning en control-instrumenten en als daar aanleiding voor is ook tussentijds.
Interventies
In 2019 is gestart met ombuigingen 1.0 waarin de maatregelen gericht op efficiency in bedrijfsvoering en contractmanagement zoals prijs en fte aanpassingen zijn gerealiseerd. Deze zijn circa 40% van het geheel.
In de ombuigingen 1.0 zitten ook maatregelen gericht op effectievere sturing door maatregelen toegang en regie en samenwerking in ketens. Hoewel de sturing op deze maatregelen indirecter is, kunnen we middels data gedreven sturing hier steeds gerichter monitoren of de gewenste beweging op gang komt en of er aanvullende acties nodig zijn. Dit geldt ook voor een belangrijk aantal maatregelen in ombuiging 2.0.
Het uitgangspunt van de ombuigingen is ‘goede zorg voor degenen die dit nodig hebben’ binnen de financiële kaders. Voor het evenwicht hierin zijn 6 leidende principes geformuleerd als handelingskader bovenop ‘Het is Mensenwerk’. We nemen college en gemeenteraad mee in de verdere vormgeving en concretisering hiervan.
Het gaat om de volgende principes:
- Niemand is normaal (iedereen is normaal / verschil mag er zijn / iedereen is uniek / professionele hulp is niet vanzelfsprekend / normaliseren is de standaard).
- Informele ondersteuning is duurzaam.
- Basisvoorwaarden eerst op orde.
- Onze ondersteuning is efficiënt, gericht op zelfstandig functioneren en eigenlijk gebruik.
- Gemeente aan zet.
- Partnerschappen met aanbieders die onze visie onderschrijven.
In het maatregelenpakket ombuigingen zijn de pijlers ‘versterken toegang en (proces)regie’ en ‘versterken sociale basis’ essentieel voor de transformatie die wordt beoogd en als het ware basiselementen voor het geheel. Om deze pijlers vorm te geven is het nodig extra kosten te maken. Deze kosten zijn onderdeel van het geheel aan ombuigingen.
Versterken toegang en (proces)regie
In de afgelopen jaren hebben we gemerkt dat een deel van de gebruikers van voorzieningen een te dure voorziening heeft gekregen of er onvoldoende is gekeken naar alternatieven. Denk hierbij aan de maatschappelijke opvang waarbij de regiobinding onvoldoende is getoetst.
Daarnaast hebben aanbieders een financieel belang bij het in stand houden van een voorziening. Natuurlijk wordt er afgeschaald door aanbieders. Echter we zien het ook regelmatig pas (te) laat gebeuren. Een aanbieder die van een groot deel van zijn cliënten de indicatie fors verlaagt kan voor uitdagingen komen te staan in de bedrijfsvoering.
We willen nadrukkelijker dan voorheen sturing geven aan wie er toegang krijgt tot voorzieningen. Ook willen we een actievere rol vervullen tijdens de inzet van voorzieningen.
We beleggen de toegang en regie daarom vaker bij de gemeente zelf. Indien de toegang toch (nog) bij partners is belegd maken we hierover heldere afspraken en houden hier nadrukkelijk toezicht op.
Door extra in te zetten op regie en toegang kan een groot deel van de budgetten die nu nog niet meegenomen zijn in de maatregelen 1.0 en 2.0 worden opgepakt.
Door te investeren in het versterken van regie (€ 1 miljoen) denken we over de gehele linie van het sociaal domein per saldo € 2,6 miljoen structureel te besparen. Ongeveer 10.000 huishoudens maken gebruik van voorzieningen. Door gericht de toegang te versterken en meer tijd te nemen voor gesprekken met inwoners kunnen we tot betere oplossingen komen die meer aansluiten bij de leefwereld van de inwoner. Deze maatregel versterkt daarbij ook de transformatie en de beweging die de uitvoering hierin wil maken.
In 2019 ontwikkelen we een actieprogramma dat zich zal richten op toegang, routering en regie. Het doel is hierin meer aan te sluiten bij de leefwereld van inwoners en vorm te geven aan de leidende principes. door onder andere een heldere en eenduidige toegang, differentiatie naar enkelvoudige en complexe vragen (onder andere op basis van stuurinformatie), coaching van medewerkers en het verder ontwikkelen van ondersteunende voorzieningen zoals ICT en huisvesting.
Versterken sociale basis
Voor het slagen van de transformatie in het sociaal domein en het beperken van de kosten is een sterke sociale basis nodig en daaraan gekoppeld een nieuwe verhouding en samenwerking tussen overheid, professionals en inwoners. Om die reden investeren we in de sociale basis en preventie.
Een sterke sociale basis heeft, naast dat deze bovenal het cement van onze samenleving is, een preventieve werking op de aanspraak op ondersteuning en zorg. Wanneer de sociale basis floreert, zijn inwoners langer actief, minder eenzaam en zoeken zij bij elkaar steun en ondersteuning. Daarbij zetten we onze preventie (en signalering) in op normalisatie en meer risico gestuurd. Op deze manier willen we de inzet van formele zorg daar waar mogelijk voorkomen en daar waar wel nodig tijdig en passend maken. Het versterken van de sociale basis is een belangrijke pijler maar we onderkennen dat er een grens zit aan het belasten van vrijwilligers. Hiervoor is een reservering opgenomen oplopend naar € 0,5 miljoen structureel in 2021 en toegevoegd aan het fonds impuls sociaal domein.
In Ede is al een brede en actieve sociale basis. Die sociale basis bestaat uit:
- Datgene dat inwoners zelfstandig voor elkaar doen binnen het “gewone leven”.
- Datgene dat inwoners voor elkaar doen in georganiseerd (verenigings)verband, eveneens binnen het “gewone leven” (denk bv aan bewonersinitiatieven als Ede-Zuid, serviceclubs, gespreksgroepen, etc.).
- Georganiseerde (en veelal gemeentelijke gesubsidieerde) basisvoorzieningen. Denk aan het welzijnswerk, sportvoorzieningen, maatschappelijk werk en het Centrum voor Jeugd en Gezin.
De investering in de sociale basis heeft als doel dat in de toekomst alle inwoners van Ede zo veel als mogelijk voor zichzelf en elkaar zorgen en dat zij onderdeel zijn van een sociaal netwerk. De gemeente biedt een vangnet als dat sociale netwerk niet toereikend is.
In 2019 ontwikkelen we een actieprogramma waarin we bestaande initiatieven in de sociale basis beoordelen op de bijdrage aan transformatie, initiatieven die 'transformatie proof' zijn bestendigen (we behouden het goede) en initiatieven die onvoldoende bijdragen versterken/bijsturen of beëindigen. Hierdoor creëren we ruime voor innovatie. Onderdeel van het actieprogramma is tevens dat professionals in de zorg (en bij de toegang) nadrukkelijker het informele netwerk betrekken bij het vinden van een oplossing op een zorgvraag. Vanuit het fonds impuls sociaal domein zijn nog tijdelijke middelen beschikbaar voor het versterken van deze transformatie. Het actieprogramma ontwikkelen we nadrukkelijk samen met onze inwoners en partners en wordt na goedkeuring door B&W ter vaststelling toegestuurd naar de gemeenteraad.
Fonds impuls sociaal domein
Middels het besluit 'Versterken Kracht van Ede' is eind 2016 voor de transformatie een impuls sociaal domein ter grootte van € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld gedurende de periode 2017-2019. In 2017 en 2018 zijn deze activiteiten opgestart gericht op transformatie (door ontwikkelen van laagdrempelige ontmoetingsplekken, doorontwikkeling van respijtzorg, sluitende aanpak (van signalering tot crisisopname) voor personen met verward gedrag, pilot Ede-West en een integrale aanpak jeugdigen 18-/18+) en is € 585.000 besteed.
Gezien de ontwikkeling en inhoudelijke aanscherping (formuleren van leidende principes) was er in 2018 sprake van temporisatie. Voor 2019 en verder is nog € 915.000 beschikbaar. Deze wordt ingezet voor tijdelijke impuls op de transformatie sociaal domein.
Aan deze reserve zijn extra middelen toegevoegd. Het gaat om de tijdelijke rijksmiddelen die we als jeugdregio Foodvalley hebben ontvangen op basis van het regionaal transformatieplan (circa € 0,6 miljoen voor Ede) en om de reservering versterken sociale basis € 345.000 in 2019 en € 500.000 structureel vanaf 2021.
Mijlpalen
- Implementeren vastgestelde ombuigingen waarbij wij voor 4 maatregelen (zie tekst bij opgave en ontwikkeling) mogelijk aanvullende besluitvorming in uw gemeenteraad vragen.
- Lobby Rijk.
- Duurzaam financieel perspectief in 2021.
Risico's
Op basis van de besluitvorming in de Perspectiefnota 2020-2023 is de financiële omvang van de ombuigingen in het sociaal domein verhoogd met € 4,5 miljoen structureel. Hoewel deze zijn gebaseerd op een uitgewerkt maatregelenpakket is het een stevige opgave die niet zonder (financiële) risico’s is. De inschatting van dit risico is als gevolg hiervan aangepast. Zie paragraaf weerstandsvermogen. Het bijsturen gaat niet met een druk op de knop en maatregelen kunnen andere effecten teweeg brengen dan zijn voorzien. Veel voorzieningen hebben het karakter van een open-einde regeling. Ook kunnen demografische ontwikkelingen (vergrijzing) of effecten van (rijks)beleidswijzigingen anders uitwerken dan verwacht.
Top 3 risico’s
Risico | Gevolg | Beheersmaatregel |
Meer zorguitgaven dan zorgbudget | Wachtlijsten of budgetoverschrijding |
|
Lagere inkomsten vanuit Rijk door herijking verdeelmodellen | Minder middelen voor zorg beschikbaar |
|
Risico-regelreflex als respons op incidenten | Focus op incident waardoor de gewenste beweging naar de achtergrond verschuift. |
|